Opa

6 07 2020

kwetsbaarOpa

(en wat je kunt leren van je biografie)

Verleden

Het zesjarige jongetje, Bram, kan niet slapen. Hij is te opgewonden. Morgen gaat hij voor de eerste keer in zijn leven naar het stadion. Een echt voetbalstadion!

Dat heeft opa hem beloofd. En opa houdt zich aan zijn beloften.

Bram heeft een bijzondere band met opa. Hij woont met zijn ouders op de eerste etage van het huis van opa en oma. En zodra pap en mam weg zijn, ze werken allebei buitenshuis, mag hij opa helpen in de moestuin. Ze plukken rode bessen, kruisbessen of oogsten rabarber.

Iedere zaterdagochtend gaan ze naar de markt. Aan het marktplein ligt een klein winkeltje, met een kort steil trapje. Daar koopt opa sigaren. Alleen ’s zondags rookt hij een sigaar. Doordeweeks, in de tuin, rookt opa steevast een pijp. En dat vindt Bram veel gezelliger. Het ziet indrukwekkend uit, en ruikt zo lekker naar caramel. Ooit heeft Bram een namaak pijp van plastic van opa gekregen!

Als ze samen zijn, beantwoordt opa geduldig alle vragen. “Waarom prikken kruisbessenstruiken opa? Waarom maken duiven zo’n raar geluid? En kun je rabarber wel eten, het smaakt zo zuur!”

Samen zijn met opa in de moestuin is de hemel op aarde. Opa is nooit boos, en altijd lief.

Toch is er iets dat niet goed voelt.

Als pap en mam thuis zijn, en soms ook tante Gerda (de zus van mam) en oom Jo, krijgt opa vaak verwijten. Hij is niet sterk genoeg, niet “mans” genoeg. Hij verdient niet genoeg, en is een ‘doetje’. Oma knikt dan driftig ‘ja’ en doet er nog een schepje bovenop. Opa zwijgt en buigt licht zijn hoofd naar beneden. Hij lijkt van die gesprekken verdrietig te worden. En dat voelt Bram, maar hij begrijpt er niets van. Opa is toch altijd aardig?!

Pap is heel anders dan opa. Pap heeft altijd het hoogste woord. Hij lijkt altijd alles te weten. Hij vindt de meeste andere mensen ‘sukkels die niet nadenken voordat ze iets doen’. Soms zegt pap tegen Bram “….jij,….jij bent net als opa….”. Bram begrijpt niet wat pap hiermee bedoelt, maar hij vindt het niet leuk.

Op weg naar het stadion vraagt Bram, als ze langs een kerk lopen, “Opa,…hoe ziet God eigenlijk uit?”  Ze zijn nu vlakbij het stadion. Het wordt steeds drukker en opa pakt Bram’s hand vast. “Je bedoelt hoe ziet God nu, op dit moment uit?” …………………..”Nu ziet God uit als een zesjarig jongetje die naar het voetballen gaat kijken.”  Bij die woorden voelt Bram hoe opa licht in zijn hand knijpt. Hij voelt de warmte van opa’s hand door zijn lichaam stromen. Opa knipoogt en zegt “….twee kaartjes alstublieft. Een volwassene en een kind…..”

Bram is inmiddels een volwassen man van begin vijftig, en opa is allang dood. Maar toch ook weer niet. De herinneringen aan de zoete geur van pijptabak, de zure smaak van rauwe rabarberstengels en het koerende geluid van duiven,….ze roepen bij Bram zo nu en dan de vraag op of God ook een opa zou kunnen zijn.

Heden

Het bovenstaande verhaal is mijn vrije vertaling van een stukje uit de biografie van Bram.

Bram heeft zijn biografie op mijn verzoek opgeschreven. Hij worstelt al jaren met terugkerende depressieve fasen (waarvoor hij in behandeling is), en vraagt zich af waarom zijn loopbaan, in zijn eigen beleving, nooit echt van de grond gekomen is. Hij wil weten waar hij staat, en hoe hij de komende jaren verder ‘moet’.

Het verhaal over (de band tussen) Bram en diens opa lijkt op het eerste gezicht een willekeurig verhaal uit een willekeurige biografie. Maar geen enkel verhaal of biografie is willekeurig. Ik praat verder met Bram over dit verhaal. Ik stel vooral vragen, om zo het verhaal achter het verhaal te ontdekken. Om tussen de regels te kunnen lezen.

De vader van Bram lijkt een autoritaire, dominante man te zijn geweest. Een man met narcistische trekjes. Een controlfreak waarbij alles precies op zijn manier moest gebeuren. Een man die dacht altijd alles beter te weten. Maar vooral een man die zichzelf groot maakte door anderen klein te houden.

Dat blijkt ook, als ik Bram vraag naar zijn herinneringen ten aanzien van het huwelijk van zijn ouders. “Pa bepaalde alles! Ma was er wel, maar ook weer niet.” – “Hoe bedoel je?” – “Nou,…..ze was fysiek wel aanwezig, maar psychisch leek het alsof ze er niet was. Pa hield alles strikt in eigen hand. Hij gaf haar huishoudgeld (toen pinautomaten er kwamen, mocht ze niet zelfstandig pinnen), tankte haar auto (“…laat dat maar aan mij over…”). Alle belangrijke beslissingen nam pa ook na overleg met zijn moeder. Die leek daarbij belangrijker dan zijn vrouw.”

Als we het leven zien als een lineaire ontwikkeling in de tijd, met andere woorden een opeenvolging van oorzaak en gevolg, is het interessant om inzicht te vergaren in het persoonlijk verleden. Dat verleden herbergt namelijk de antwoorden op belangrijke vragen. Waar sta ik nu? Waarom handel ik zoals ik handel? Waarom heb ik bepaalde patronen ontwikkeld?

In het geval van Bram, heeft de dominante vader bijvoorbeeld geleid tot problemen met autoriteit. Tot het in problemen komen of in conflict geraken met onderwijzers en leidinggevenden. Bram bleef onbewust de strijd voeren met zijn vader.

Zo’n inzicht maakt het mogelijk er een persoonlijk ontwikkelingsthema van te maken. Door gewoontepatronen te doorbreken ontstaat groei en geef je zin/betekenis en waarde aan de voorvallen in het leven. Je wordt eigenaar van je verleden en alle daaruit voortvloeiende moeilijkheden, waarna je regie kunt nemen over je leven met acceptatie van het onvermijdelijke. Je beïnvloedt wat je kunt beïnvloeden en leert te accepteren wat je niet kunt beïnvloeden.

Beter omgaan met autoriteit zou een leerdoel voor Bram kunnen zijn. Autoriteit van de één gaat vaak te koste van de ander. Zo ging de autoriteit van Bram’s vader ten koste van Bram. Omdat autoritaire personen over het algemeen niet goed om kunnen gaan met kritiek (oppositie ondermijnt immers hun autoriteit), moet Bram leren autoritair gedrag op een neutrale wijze onder de aandacht te brengen. Hij dient uit de machtsstrijd te blijven die in zo’n situatie op de loer ligt. Ook moet Bram zich (in relatie tot het onderstaande) niet te onderdanig opstellen. Autoritair gedrag kan namelijk een reactie zijn op een onderdanige houding.

Het verhaal van Bram laat ook een gebrek aan liefde in zijn jeugd zien (de schijnbaar gevoelloze vader en afwezige moeder). Een kind dat opgroeit met een tekort aan liefde, blijft dit altijd als een eigen tekort zien. Een kind kan dit nog niet zien als het onvermogen van de (in casu beide) ouders. Bram voelde dat er iets niet goed zat. Maar hij kon het als zesjarige niet duiden.

Na de kinderjaren ervoer Bram een fundamenteel gebrek aan zelfvertrouwen. Met het inzicht van nu, niet zo gek natuurlijk.

Een tweede leerdoel is het vergroten van zelfvertrouwen. Bram zou met mindfulness kunnen leren, meer in zijn lijf (en dus minder in zijn hoofd) te zitten (‘gedachten zijn slechts gedachten en niet noodzakelijkerwijs waar’) . Hij zou middels schrijfoefeningen zijn innerlijke criticaster kunnen afremmen. En hij zal meer moeten doen. Onzekerheid leidt in zijn geval (zo bleek tijdens het gesprek) ook tot ‘uitstelgedrag’. ‘Als je niets doet, kun je ook niets verkeerd doen’.

Toekomst

Om het antwoord te vinden op Bram’s vraag ‘hoe nu verder?’ is inzicht in het eigen verleden dus essentieel. Waar hij nu staat, is door dat verleden (onbewust) bepaald. Het verdere verloop van zijn leven en loopbaan wordt echter niet alleen bepaald door het verleden.

Bram heeft ook idealen of toekomstwensen gehad, die uiting geven aan wat in de toekomst mogelijk is. Of zoals Goethe het verwoordde: ‘Wensen zijn voorgevoelens van hetgeen u in staat bent daadwerkelijk te realiseren’. Zo’n toekomstbeeld is vaak een vaag verlangen dat moeilijk in woorden is te vangen. Het is een soort ‘innerlijk weten’. Hoe meer je je daarmee weet te verbinden,  hoe meer je die toekomstige situatie als het ware naar je toetrekt. Bram moet het beeld van zijn ideale leven weer serieus gaan nemen. Hij moet weer durven dromen.

Schematisch ziet koersbepaling als volgt uit:

 

VERLEDEN ============>HEDEN<=======================TOEKOMST

inzicht in/                                …en nu?                                            dromen, wensen, verlangens

bewustwording

 

Slot

Aan de hand van een fragment uit de levensloop van Bram, heb ik geprobeerd het belang van biografisch werk en biografische coaching duidelijk te maken.

Door je met je verleden bezig te houden, er diepgaand inzicht in te krijgen en je bewust te worden van verbanden tussen ‘toen’ en ‘hier en nu’, verbind je je ermee. Pas daarna wordt zelfsturing in het leven mogelijk.

Stuurmanskunst wordt dan balanceren tussen omgaan met de erfenissen uit je  verleden en de wensbeelden uit de toekomst.

 

Voetnoten

  • Natuurlijk is aan de hand van een fragment uit de biografie niet Bram’s gehele puzzel gelegd. Ook (bijvoorbeeld) de leeftijdsfase waarin Bram nu zit is van invloed op keuzes die hij voor de toekomst zal moeten maken.
  • Over biografisch werk en biografisch coachen zijn veel boeken geschreven. Ik beperk me hier tot het vermelden van het prachtige en praktische boekje ‘Levenslijnen, Op zoek naar de rode draad’, van Jerry Schöttelndreier (Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist) waarmee iedereen zelfstandig aan de slag kan.

 


Acties

Information

Eén reactie

6 01 2022
nico willems

Beste heer Peschen,
Zou u me willen mailen om een afspraak te maken, nico.willems@brunssum.nl

Plaats een reactie