De strijd met jezelf

6 09 2013

winkelstraatHet is zaterdagmiddag, en je slentert door de winkelstraten van de stad. Enkele passen voor je loopt een vader, moeder met twee kinderen. Je hoort de moeder roepen ‘Jongens,…..als jullie nu even lief zijn, krijgen jullie straks een zakje snoep’.

Je hebt vast wel eens zo’n situatie meegemaakt. De kans is zelfs aanwezig dat je iets soortgelijks zelf tegen je kinderen hebt gezegd. En de kans is levensgroot dat van jou als kind ooit iets dergelijks werd verwacht.

Er werd van jou verwacht dat je de vorm zou aannemen die jouw opvoeders jou probeerden te geven.

Hoe liever je was, des te beter je voldeed aan het verwachtingspatroon van je opvoeders.

Voor nu, als volwassene, betekent dat, dat je geleerd hebt, weinig problemen in je sociale leven te hebben, naarmate je je aangepast gedraagt. Je leeft in een wereld die van alles van jou verwacht, en je ‘wilt’ niets liever dan aan die verwachtingen voldoen.

Er bestaat ook een andere mogelijkheid. Je bent het tegenovergestelde gaan doen, en in verzet gegaan. Je laat je de wetten niet voorschrijven, bepaalt zelf welke kleren je draagt, of je een tattoo laat zetten en of je iets wel of niet doet. Je bent ‘die recalcitrante puber’.

Voor welke optie je ook hebt gekozen, je vertoont gedrag dat niet van jou is.

Overigens betekent ‘aangepast’ zijn niet, dat je geen verzet in je draagt. Het is alleen voor de buitenwacht minder zichtbaar. ‘Sociaal correcte’ mensen weten hoe zeer de innerlijke druk kan oplopen. Ze mokken vaak in zichzelf en kunnen gedeprimeerd of boos zijn om ‘niets’. En soms barst ‘de bom’ en reageren ze overdreven heftig op een schijnbaar onbelangrijk iets.

‘Aangepast’ en ‘lief’ zijn misschien wel de grootste vormen van verzet?!

Of je nu ‘aangepast’ of ‘openlijk recalcitrant’ bent, je leeft in een andere vorm dan die van de mens die je werkelijk bent. Je leeft in conflict met je ware zelf. Een conflict waar vrijwel ieder mens in leeft.

Dat conflict zit in jou, en je legt het neer in je buitenwereld. In de verhouding met je lichaam, je werk, je ouders enzovoorts.

Alleen door ervoor te kiezen, te voelen wat in jou leeft, de aandacht te verleggen van buiten naar binnen, en jouw innerlijk serieus te nemen, kun je de mens worden die je eigenlijk bent.

Jouw gevoel wil beleefd worden. Ontkenning werkt averechts. Hoe meer je een gevoel ontkent, hoe sterker het wordt.

Ontkenning van je gevoel is pijn. En daar heb je, vanuit je verleden, al genoeg van.

 

‘Als je in de spiegel kijkt, en een vuil gezicht ziet, heeft het geen nut de spiegel te poetsen.’ 

Boeddhistisch gezegde





Onbezorgd kind

9 10 2012

Bijna iedereen heeft ze wel; mooie jeugdherinneringen. Gebeurtenissen, ontmoetingen of momenten die je terug doen verlangen naar ‘het gevoel van vroeger’. Het gevoel uit de tijd dat het leven nog overzichtelijk, veilig en voorspelbaar was.

Als ‘menneke’ van een jaar of acht, ging ik samen met mijn pa eens per veertien dagen naar een thuiswedstrijd van Roda JC. Altijd op zondagmiddag. Alle voetbalwedstrijden vonden immers plaats op zondagmiddag. Overzichtelijk en voorspelbaar.

Samen met de buurman, een schoonbroer van de buurman, een vriend van de schoonbroer van de buurman….. Te voet naar Kaalheide. Bij droog weer onoverdekte staantribune. Bij regenachtig weer de luxe van de overdekte staantribune.

En commentaar leveren, die volwassen mannen….over en weer. ‘Die kale daar rechtsachter is steevast te langzaam.’ – ‘Jeeeeeh…wat een kans!!! Zo’n bal is toch niet te missen!’ – ‘Waar hebben ze die speler in hemelsnaam vandaan?’ – ‘Met zo’n kleine voeten kun je ook geen goal maken…..ha ha ha…..’

Ik vond het allemaal prachtig. Volwassenen die zich gedroegen als kinderen. Helemaal opgaand in het spel. Als vervolgens ook de man met de ‘vers gebrande pinda’s, drie zakjes voor ‘n gulden’ langskwam, kon mijn middag niet meer stuk.

Ongeacht de uitslag. Winnen of verliezen, het deed er simpelweg niet toe. Het ging om het plezier.

Zaterdagavond, 20.45u. Parkstad Limburg Stadion. Ruim 35 jaar later.

Ik zit samen met mijn zoon klaar voor de Limburgse derby Roda JC Kerkrade – VVV Venlo.

Niet op zondagmiddag. Roda JC heet nu ‘Roda JC Kerkrade‘ omdat de gemeente Kerkrade ‘een financieel belang heeft’. Niet op Kaalheide maar in het Parkstad Limburg Stadion. Geen ‘vers gebrande pinda’s‘ meer. Wel vuurwerk voor aanvang van de wedstrijd.

Er is veel veranderd in de loop der tijd.

De wedstrijd begint. Ik zie mijn zoon genieten. Hij lacht. ‘Waarom lach je?‘ vraag ik. ‘Omdat je je zo opwindt pap.‘ Ik hoor het met een half oor, omdat ik tegelijkertijd commentaar lever. ‘Die gast die we van FC Groningen hebben overgenomen…hoe heet die ook weer…die heeft nog geen bal geraakt. Zou die wel weten dat een bal rond is?’ – ‘Het is maar een spelletje pap!‘, hoor ik vaag.

Bijna twee uren lang genieten. Van de wedstrijd, van het samenzijn met mijn zoon, maar vooral ook van de bitterzoete smaak van nostalgische jeugdherinneringen.

Voor even was het er weer: de onbekommerdheid van de kinderjaren.

Onbetaalbaar!

 





Niet geschoten is altijd mis

16 02 2012

Kinderlijk volwassen of volwassen kinderlijk?

...niet geschoten is altijd mis...

“Vanavond speelt Arsenal in de Champions League tegen AC Milan” roept mijn zoontje enthousiast. “Maar dat begint pas om 20.45uur, en dan moet ik al bijna naar bed”, zo vervolgt hij met gepaste teleurstelling in zijn stem.

Sinds hij in het bezit is van een originele cap van ‘The Gunners’, gekocht in het Nationaal Voetbal Museum ‘Voetbal Experience’ in Middelburg, is hij fan.

Zijn strategie werkt. Hij heeft geen proefwerken in het vooruitzicht. En dus besluit ik dat hij, bij wijze van uitzondering, de eerste helft van de wedstrijd mag kijken.

Als dan om 20.45uur het fluitsignaal klinkt, begint niet alleen de wedstrijd maar ook een spraakwaterval. ‘Zal wel komen door z’n enthousiasme’ denk ik, dan nog geduldig. Maar na pak ‘m beet een kwartier voel ik irritatie. Het lukt me niet de wedstrijd te volgen omdat hij voortdurend van alles aan me vraagt. En ook de verslaggever is amper te verstaan.

“Zo….kun je nu even stoppen met praten? Dan kunnen we misschien de wedstrijd volgen”.   Boos wendt hij zich af. Hij zit nu met de rug naar de televisie gekeerd.

“Het lijkt me niet dat je op die manier veel kunt zien.” Hij mompelt iets. “Wat schiet je ermee op om de andere kant op te kijken?” Hij reageert niet, en om niet in een ‘welles-nietes-gesprek’ te belanden zwijg ik. Als Boateng vervolgens voor de Italianen 1-0 scoort, roep ik ongecontroleerd “…wooow…wat ‘n goal!!!!!”.

Nu is het hek van de dam. “Jij bent voor Milan!” – “Nee! Ik ben niet voor Milan, maar Milan voetbalt wel beter dan Arsenal. Arsenal heeft nog niet één goede kans gehad”.

De eerste helft zit hij mokkend met de rug richting tv.

Half tien. Rust. “En nu naar bed. Gezicht wassen, tanden poetsen en bed in.”

Als ik een kwartier later ga kijken, ligt hij snikkend in zijn bed. “Ik heb het voor mezelf verprutst hė pap?” Ik kan niet anders dan dat bevestigen, maar voeg daar wel aan toe dat nog genoeg wedstrijden van Arsenal zullen volgen.

“Maar daar moet ik nog lang op wachten.”

Ik denk ‘voor wat betreft de Champions League heeft hij gelijk’ en ‘...als Van Persie niet wil eindigen als groots voetballer zonder prijzen, zal hij bij Arsenal moeten vertrekken’.

Gelukkig zit ik weer in de rol van volwassene….en zwijg…

“Welterusten pap!” – “Welterusten knul! Slaap lekker!”